Panasonic KXMB2001GX Operating Guide
7.3 Bewerkingen annuleren
U kunt de huidige bewerking van het apparaat annuleren. U
kunt de gewenste bewerking ook selecteren en daarna
annuleren.
kunt de gewenste bewerking ook selecteren en daarna
annuleren.
1
MStopN
R “GEBRUIK.STOP” wordt weergegeven.
R Als “GEBRUIK.STOP” niet wordt weergegeven, ga dan
R “GEBRUIK.STOP” wordt weergegeven.
R Als “GEBRUIK.STOP” niet wordt weergegeven, ga dan
2
Ga als volgt te werk om het afdrukken te annuleren:
Druk op MStopN tot “STOP AFDRUKKEN?” wordt
weergegeven.
Druk op MStopN tot “STOP AFDRUKKEN?” wordt
weergegeven.
Ga als volgt te werk om het kopiëren te annuleren:
Druk op MStopN tot “STOP KOPIEREN?” wordt
weergegeven.
Druk op MStopN tot “STOP KOPIEREN?” wordt
weergegeven.
3
MSetN
7.4 Modusbeperking
U kunt de uitvoer beperken door de afdelingscode in te
schakelen.
Alleen gebruikers die de afdelingscode kennen, kunnen:
– een kopie maken
– een document afdrukken
schakelen.
Alleen gebruikers die de afdelingscode kennen, kunnen:
– een kopie maken
– een document afdrukken
Opmerking:
R U kunt afdelingscodes en beperkingsinstellingen voor
R U kunt afdelingscodes en beperkingsinstellingen voor
individuele afdelingen instellen (maximaal 10 afdelingen).
R Om de functie modusbeperking te gebruiken, is het best
als niet te veel mensen de beheerderscode kennen.
7.4.1 De modusbeperking instellen
De modusbeperking activeren
1. MMenuN A MBNM1NM5NM4N A MSetN
2. Voer de beheerderscode in (functie #151 op pagina 38).
1. MMenuN A MBNM1NM5NM4N A MSetN
2. Voer de beheerderscode in (functie #151 op pagina 38).
A MSetN
3. Druk op M1N om “AAN” te selecteren.
R Druk op M0N om “UIT” te selecteren.
4. MSetN A MMenuN
De modusbeperking instellen voor afdelingen
Belangrijk:
R Zorg er vooraf voor dat functie #154 is ingesteld op
R Zorg er vooraf voor dat functie #154 is ingesteld op
“AAN” (pagina 51).
1. Druk op MMenuN tot “AFDELING INSTEL.” wordt
weergegeven. A MEN
2. Voer de beheerderscode in (functie #151 op pagina 38).
A MSetN
3. Druk meerdere keren op MFN of MEN om “NIEUW” te
selecteren. A MSetN
4. Voer de naam in van maximaal 16 tekens (zie pagina 49
voor tekeninvoer). A MSetN
5. Voer een 4-cijferige afdelingscode in met 0–9. A MSetN
6. Wijzig indien nodig de instelling “AFDRUK” of “KOPIE”.
6. Wijzig indien nodig de instelling “AFDRUK” of “KOPIE”.
Druk meerdere keren op MCN of MDN om de gewenste
instelling te selecteren. A MSetN
instelling te selecteren. A MSetN
7. MMenuN
Modusbeperking voor afdelingen bewerken
Belangrijk:
R Zorg er vooraf voor dat functie #154 is ingesteld op
R Zorg er vooraf voor dat functie #154 is ingesteld op
“AAN” (pagina 51).
1. Druk op MMenuN tot “AFDELING INSTEL.” wordt
weergegeven. A MEN
2. Voer de beheerderscode in (functie #151 op pagina 38).
A MSetN
3. Druk meerdere keren op MFN of MEN om “WIJZIG” te
selecteren. A MSetN
4. Druk op MCN of MDN tot het gewenste onderdeel wordt
weergegeven. A MMenuN A MGN
5. Bewerk indien nodig de naam. A MSetN
51
7. Handige informatie