Voltcraft VC-34 Multi-Tester VC-34 Data Sheet

Product codes
VC-34
Page of 4
G E B R U I K S A A N W I J Z I N G
°
Version 11/08
FI-sneltester VC-34
Bestnr. 10 10 08 
Voorgeschreven gebruik
De VC-34 is bestemd voor een snelle werkingstest van lekstroombeveiligingsschakelaars
(gebruikelijke afkorting „FI“ of „RCD“) in elektrische installaties van de overspanningscategorie
CAT III tot 250 V. Met het testapparaat kunnen met behulp van 5 toetsen verschillende lekstro-
men (IΔn) worden gesimuleerd. Deze lekstromen zijn gelegd voor in de huishouding gebruike-
lijke FI-beveiligingsschakelaars van 0,01 mA tot speciale FI-beveiligingsschakelaars met lek-
stromen van 0,5 A. De verbreking wordt door middel van een rood lampje aangekondigd. De
verblijftijd van de nominale lekstroom is volgens de voorschriften en komt overeen met <200 ms.
De tester wordt gevoed door de meegeleverde netspanning en behoeft geen verdere span-
ningsvoorziening. De FI-test kan daarom alleen onder spanning plaatsvinden.
De tester is geen testapparatuur volgens EN 61557 en mag niet worden gebruikt ten behoeve
van de eerste keuring van elektrische installaties volgens VDE 0100 deel 600 
Gebruik de sneltester in de lucht en in binnenruimtes (IP64).
Een ander gebruik dan hier beschreven heeft de beschadiging van het product tot gevolg. Dit is
bovendien met gevaren verbonden zoals bv. kortsluiting, brand, elektrische schokken, enz.
Het volledige product mag niet aangepast of omgebouwd worden. 
De VC-34 mag niet in geopende toestand worden gebruikt. Het gebruik tijdens ongunstige omge-
vingsomstandigheden zoals b.v. stof en brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen is niet toe-
gestaan.
De veiligheidsaanwijzingen moeten absoluut worden aangehouden!
Omvang van de levering
• VC-34 FI-sneltester
• Handleiding
Onderdeelaanduiding
1
Folietoets voor de nominale lekstroom
2
Rode LED-weergave
3
Meetstiften
4
Tastbare handgreepmarkering
Veiligheidstips
Lees vóór ingebruikname de
volledige handleiding door,
deze bevat belangrijke aanwij-
zingen voor het juiste gebruik.
Bij schade, veroorzaakt door het niet in acht nemen van deze gebruiksaan-
wijzing, vervalt het recht op garantie! Voor gevolgschade zijn wij niet aan-
sprakelijk!
Bij materiële schade of persoonlijke letsels, die door onoordeelkundig
gebruik of niet-naleving van de veiligheidsvoorschriften veroorzaakt wer-
den, aanvaarden wij geen enkele aansprakelijkheid! In dergelijke gevallen
vervalt ieder recht op garantie.
Let op de volgende symbolen:
Een uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke instructies in deze gebruiks-
aanwijzing die absoluut moeten worden opgevolgd.
Het „hand“-symbool vindt u bij bijzondere tips of instructies voor de bediening.
Dit product is EG-conform en voldoet dus aan de vereiste Europese richtlijnen.
Beschermingsniveau 2 (dubbele of versterkte isolatie)
CAT III
Overspanningscategorie III voor metingen in de gebouwinstallatie (b.v. stop-
contacten of onderverdelingen).
Aardpotentiaal
Uit veiligheids- en keuringsoverwegingen (EG) is het eigenhandig ombouwen en/of wijzigen van
het product niet toegestaan.
In de industrie dienen de veiligheidsvoorschriften van het verbond van industriële beroepssor-
ganisaties voor elektrische installaties en productiemiddelen te worden nageleefd.
In scholen, opleidingscentra, hobbyruimten en werkplaatsen moet door geschoold personeel vol-
doende toezicht worden gehouden op de bediening van meetapparaten.
De spanning tussen de testapparatuur en het aardpotentiaal mag niet hoger zijn dan 250 V in CAT
III.
Wees bijzonder voorzichtig bij de omgang met spanningen >25 V wissel- (AC) of >35 V gelijk-
spanning (DC)! Bij deze spanningen kunt u wanneer u elektrische geleiders aanraakt reeds een
levensgevaarlijke elektrische schok krijgen.
Controleer het apparaat en de meetsnoeren vóór elke meting op beschadiging(en). Verricht in
geen geval metingen als de beschermende isolatie beschadigd (ingescheurd, afgescheurd, enz.)
is.
Om elektrische schokken te voorkomen, dient u erop te letten dat u de aansluitingen/meetpun-
ten tijdens de meting niet, ook niet indirect, aanraakt. Pak tijdens het meten niet boven de tast-
bare handgreepmarkeringen op de meetpunten vast.
Gebruik de multimeter nooit kort voor, tijdens, of kort na een onweersbui (blikseminslag/ ener-
gierijke overspanningen). Zorg dat uw handen, schoenen, kleding, de vloer, schakeling en onder-
delen van de schakeling enz. absoluut droog zijn.
Het product is geen speelgoed en is niet geschikt voor kinderen. Plaats het apparaat daarom bui-
ten het bereik van kinderen.
Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos liggen. Dit kan voor kinderen gevaarlijk speel-
goed zijn.
Gebruik het apparaat niet in ruimten of onder ongunstige omstandigheden waarin/waarbij brand-
bare gassen, dampen of stoffen aanwezig zijn of kunnen zijn. 
Wanneer ervan uitgegaan kan worden, dat een ongevaarlijke werking niet meer mogelijk is, dient
het apparaat buiten bedrijf te worden gesteld en tegen ongewild gebruik te worden beveiligd. Er
moet worden aangenomen dat gevaarloos gebruik niet meer mogelijk is, indien:
- het product duidelijke beschadigingen vertoont,
- het product niet meer werkt en
- na lange opslag onder ongunstige omstandigheden of
- na zware transportbelasting
Schakel het meetapparaat nooit onmiddellijk in, nadat het van een koude naar een warme ruim-
te is gebracht. Door het condenswater dat wordt gevormd, kan het apparaat onder bepaalde
omstandigheden beschadigd raken. Laat het apparaat eerst op kamertemperatuur komen zon-
der het in te schakelen.
Richt u tot een vakman als u twijfelt aan de werking, de veiligheid of het aansluiten van het appa-
raat.
FI-test uitvoeren
De beide meetpunten zijn met tastbare handgreepmarkeringen (4) uitgerust.
Deze markeringen geven het einde van het handgreepbereik aan en er mag tij-
dens de meting niet boven dit bereik worden vastgepakt. 
De meetlijnen mogen slechts tussen een fase (fase „L“) en de randaarde „PE“
resp. nul „N“ plaatsvinden. De aansluiting tussen twee fasen (b.v. L1 en L2) is niet
toegestaan.
Algemeen
Een sneltest van de FI-beveiligingsfunctie kan op elk geïnstalleerd stopcontact met randaarde of
direct in de onderverdeling op de FI-beveiligingsschakelaar worden uitgevoerd.
Om te testen verwijdert u de kunstofkapjes van de testpunten (3).
De verschillende aansluitmanieren worden u in de volgende hoofdstukken verklaard.
In woonruimtes worden normaalgesproken lekstroom-beveiligingsschakelaars
met een aktiveringsstroom (IΔn) van 0,03A (30 mA) gebruikt.
In commerciële ruimtes (b.v. garages) mag deze waarde max. 0,5 A bedragen.
Begin de FI-sneltest altijd met de nominale lekstroom die op de FI-beveiligings-
schakelaar is vermeld.
Zorg ervoor, dat bij de aktivering van de FI-beveiligingsschakelaar alle aangeslo-
ten installaties van het elektriciteitsnet worden losgekoppeld. Dit kan bij sommige
apparatuur tot verlies van gegevens, enz. leiden.
Bij de test mag altijd slechts op één folietoets worden gedrukt. Tussen de tests
dient een pauze van 10 sec. worden ingehouden.
Wordt de FI-beveiligingsschakelaar bij de test met de nominale lekstroom niet
geaktiveerd, laat de FI-beveiligingsschakelaar dan door een vakman controleren.
FI-sneltest bij stopcontact met randaarde
Ga als volgt te werk om de werking van de lekstroombeveiligingsschakelaar op het stopcontact
te kunnen testen:
• Breng de zwarte testpunt met de rand-
aarding (PE, metalen klemmen) van het stop-
contact in aanraking.
• Steek de rote testpunt in een opening van het
stopcontact (L1). Het rode LED-lampje (2)
moet gaan branden. Brandt dit niet, dan steekt
u de rode testpunt in de andere opening van
het stopcontact. 
• Het branden duidt op aanwezige net-
spanning.
• Druk b.v. op de folietoets „0,01“ en houd
deze ca. 1 seconde ingedrukt. 
De tester simuleert automatisch de betreffende lekstroom met een tijdsduur van <200 ms.
• Aktiveert de FI-beveiligingsschakelaar, dan gaat het rode LED-lampje uit. Blijft de indicator
aan, dan is de lekstroom nog niet voldoende voor een aktivering. Herhaal de voorafgaande
stap maximaal 3x. Volgt geen aktivering, ga dan door met de volgende stap.
• Druk op de volgende, hogere folietoets b.v. „0,03“ en houd deze ca. 1 seconde ingedrukt. Voer
dit testonderdeel net zolang uit, totdat de FI-beveiligingsschakelaar in werking treedt.
• Neem na beëindiging van de test alle testpunten uit het stopcontact.
• Zet de geaktiveerde FI-beveiligingsschakelaar na de test weer aan. Aangesloten koel- en vriessy-
stemen worden bij een uitgeschakelde FI-beveiligingsschakelaar niet van stroom voorzien.
FI-sneltest van de installatie in de onderverdeling
Metingen in onderverdelingen mogen slechts door vakkundig personeel worden
uitgevoerd, die met de vereiste veiligheidsvoorschriften vertrouwd zijn en met
eventuele gevaren bekend zijn.
Deze functie maakt het controleren van installaties mogelijk, door door lekstroom-
beveiligingsschakelaars worden bewaakt (identiek aan stopcontactentest).
Om de werking van de lekstroombeveiligingsschakelaar in de onderverdeling te kunnen testen,
gaan wij als volgt te werk:
• Neem indien nodig de kunstof afdekking in
de
onderverdeler eraf, om bij de contacten van
de FI-schakelaar te kunnen.
• Breng de zwarte testpunt in aanraking met
de randaarding (PE-hoofdnet).
• Verbind de rode testpunt met een fase (L1,
L2 of L3) die zich aan de uitgang van de FI-
beveiligingsschakelaar bevindt. Het rode
LED-lampje (2) moet gaan branden.
• Het branden duidt op aanwezige net-
spanning.
• Druk b.v. op de folietoets „0,01“ en houd
deze ca. 1 seconde ingedrukt. 
De tester simuleert automatisch de betreffende lekstroom met een tijdsduur van <200 ms.  
• Wanneer de FI-beveiligingsschakelaar in werking treedt, dan gaat het rode LED-lampje uit.
Blijft de indicator aan, dan is de lekstroom nog niet voldoende voor een aktivering. Herhaal de
voorafgaande stap eventueel maximaal 3x. Volgt geen aktivering, ga dan door met de volgen-
de stap.
• Druk op de volgende, hogere folietoets b.v. „0,03“ en houd deze ca. 1 seconde ingedrukt. Voer
dit testonderdeel zolang uit, totdat de FI-beveiligingsschakelaar in werking treedt.
• Verwijder aan het einde van de test alle testpunten uit de onderverdeling en plaats de kunst-
stof afdekkingen weer op de verdeling.
• Zet de geaktiveerde FI-beveiligingsschakelaar na de test weer aan. Aangesloten koel- en
vriessystemen worden bij een uitgeschakelde FI-beveiligingsschakelaar niet met stroom ver-
zorgd.
FI-sneltest in de onderverdeling
Metingen in onderverdelingen mogen slechts door vakkundig personeel worden
uitgevoerd, die met de vereiste veiligheidsvoorschriften vertrouwd zijn en met
eventuele gevaren bekend zijn.
Deze functie maakt het controleren van de FI-beveiligingsschakelaar zelf mogelijk.
Om de werking van de lekstroombeveiligingsschakelaar in de onderverdeling te kunnen testen,
gaan wij als volgt te werk:
• Neem indien nodig de kunstof afdekking in
de
onderverdeler eraf, om bij de contacten van
de FI-schakelaar te kunnen.
• Brengt contact tot stand tussen de zwarte
testpunt en de nul (N) aan de ingang van
de FI-beveiligingsschakelaar.
• Verbind de rode testpunt met een fase (L1,
L2 of L3) die zich aan de uitgang van de FI-
beveiligingsschakelaar bevindt. Het rode
LED-lampje (2) moet gaan branden.
• Het branden duidt op aanwezige netspan-
ning.
• Druk b.v. op de folietoets „0,01“ en 
houd deze ca. 1 seconde ingedrukt. 
De tester simuleert automatisch de betreffende lekstroom met een tijdsduur van <200 ms.
• Wanneer de FI-beveiligingsschakelaar in werking treedt, dan gaat het rode LED-lampje uit.
Blijft de indicator aan, dan is de lekstroom nog niet voldoende voor een aktivering. Herhaal de
voorafgaande stap maximaal 3x. Volgt geen aktivering, ga dan door met de volgende stap.
• Druk op de volgende, hogere folietoets b.v. „0,03“ en houd deze ca. 1 seconde ingedrukt. Voer
dit testonderdeel zolang uit, totdat de FI-beveiligingsschakelaar in werking treedt.
• Verwijder aan het einde van de test alle testpunten uit de onderverdeling en plaats de kunst-
stof afdekkingen weer op de verdeling.
• Zet de geaktiveerde FI-beveiligingsschakelaar na de test weer aan. Aangesloten koel- en
vriessystemen worden bij een uitgeschakelde FI-beveiligingsschakelaar niet met stroom ver-
zorgd.
Afvalbehandeling
Oude elektronische apparaten zijn grondstoffen en horen niet bij het huisvuil.
Indien het apparaat onbruikbaar is geworden, dient het in overeenstemming met
de geldende wettelijke voorschriften te worden afgevoerd. Afvoer via het huis-
vuil is streng verboden!
Technische gegevens
Nominale spanning . . . . . . . . . . . . . . . Un 200 - 250 V~/40 - 70 Hz
Lekstroom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . IΔn 0,01/0,03/0,1/0,3/0,5 A
Tijdsduur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . <200 ms
Testpauze . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ca. 10 s
Overspanningsbeveiliging . . . . . . . . . . max. 250 V~
Veiligheidsklasse . . . . . . . . . . . . . . . . . IP64 (spatwater- en stofdicht)
Bedrijfstemperatuur . . . . . . . . . . . . . . . 0 tot +50 °C
Relatieve luchtvochtigheid. . . . . . . . . . 30 - 90% rF, niet condenserend
Afmetingen (LxBxH mm) . . . . . . . . . . . 105 x 71 x 31
Gewicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160 g
Colofon in onze gebruiksaanwijzingen
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Voltcraft
®
, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Duitsland, Tel. +49 180/586 582 7 
(www.voltcraft.de). 
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in
elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. 
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2008 by Voltcraft
®
01_1108_02/CD
VOLTCRAFT
®