Pentax Q10 Mode D’Emploi
138
Op
na
na
me-i
nst
elli
nst
elli
nge
n
5
Instelling van de witbalans
Past de kleur van een beeld aan gebaseerd op het omgevingslicht zodat
witte voorwerpen wit lijken.
*1 De hierboven genoemde kleurtemperaturen (K) zijn bij benadering gegeven.
Deze vertegenwoordigen geen exacte kleuren.
*2 CTE = Color Temperature Enhancement (kleurtemperatuurverbetering).
Onderdeel
Instelling
Kleurtemperatuur
F
Auto
Wijzigt automatisch de witbalans.
(standaardinstelling)
Ca. 4.000 tot
8.000K
G
Daglicht
Voor het maken van opnamen bij zonlicht.
Ca. 5.200K
H
Schaduw
Voor het maken van opnamen in de schaduw.
Hierdoor worden blauwe kleurzwemen
in een opname verminderd.
Ca. 8.000K
^
Bewolkt
Voor het maken van opnamen op bewolkte
dagen.
Ca. 6.000K
J
Neonlicht
Voor het maken van opnamen onder neonlicht.
Selecteer het type neonlicht.
D
Neonlicht - Daglicht kleuren
Ca. 6.500K
N
Neonlicht - Daglicht wit
Ca. 5.000K
W
Neonlicht - Koel wit
Ca. 4.200K
L
Neonlicht - Warm wit
Ca. 3.000K
I
Lamplicht
Voor het maken van opnamen bij lampen
of ander kunstlicht. Hierdoor worden rode
kleurzwemen in een opname verminderd.
Ca. 2.850K
L
Flitser
Voor het maken van opnamen met
de ingebouwde flitser.
Ca. 5.400K
f
Bij deze instelling handhaaft en versterkt
u de kleurtoon van de lichtbron op de opname.
—
K
Manual
Gebruik deze instelling voor het bij opnamen
handmatig aanpassen van de witbalans
aan het licht.
—
De witbalans wordt vast ingesteld op F wanneer de opnamestand
is ingesteld op n (Auto Picture) van de stand H (Scène).
Pentax Q10_DUT.book Page 138 Wednesday, October 10, 2012 3:56 PM