Renata Wireless Weather Station and Soil Moisture Sensor W 263+ W235 Fiche De Données

Codes de produits
W 263+ W235
Page de 8
c) Wekfunctie in-/uitschakelen
Druk kort op de toets „
“ (5). De alarmtijd wordt in het display weergegeven.
Voor het in- of uitschakelen van de wekfunctie drukt u nogmaals kort op de toets„
“ (5). Bij ingeschakelde 
wekfunctie verschijnt onderaan rechts boven de tijdweergave het symbool „
“.
  Dit is niet mogelijk als u de wekfunctie heeft gedeactiveerd, zie b).
d) Sluimerfunctie (“SNOOZE”) resp. weksignaal beëindigen
Indien het weksignaal op de ingesteld tijd klinkt, kan het door indrukken van de toets “SNOOZE” (3) 
gedurende ongeveer 5 minuten worden onderbroken. Daarna wordt het weksignaal weer opnieuw gestart. 
Om het weksignaal te beëindigen, drukt u op de toets „
“ (5).
   De sluimerfunctie is alleen mogelijk als u de bijbehorende wekmodus heeft geactiveerd, zie b).
Weersverwachting
De functie van de weersvoorspelling gebaseerd op de observatie van het luchtdrukverloop van de laatste 
uren. Hiervan uitgaand wordt een weersvoorspelling voor de volgende 12 - 24 uur berekend. Hierbij wordt 
een precisie van max. 70% bereikt. 
Na de ingebruikname heeft het weerstation ca. 24 uur nodig, om de eerste meetgegevens van de luchtdruk 
te evalueren en daaruit een weersvoorspelling te berekenen. We bevelen aan (zoals beschreven bij de 
programmering van de kloktijd) bij de eerste ingebruikname het huidige weer in te stellen zodat de nauwkeu-
righeid van de weergavesymbolen wordt verhoogd.
In gebieden waar de luchtdruk vaak snel verandert (bijv. gebergten) komen onnauwkeurigere voorspellingen 
voor dan in gebieden met langzame wijzigingen.
Bijvoorbeeld de wisseling van “zonnig” naar “neerslag” betekent niet zondermeer regen, echter staat voor de 
weergave van een intredende weersverslechtering.
Als er ´s nachts “zon” weergegeven wordt, betekent dit een heldere sterrenhemel. 
Luchtdruk-tendens-weergave
De luchtdruktendens-weergave staat linksboven in het display. 
  Toenemende luchtdruk (meestal een teken voor een weersverbetering)
 Gelijkblijvende 
luchtdruk
  Afnemende luchtdruk (meestal een teken voor een weersverslechtering)
Vervangen van de batterij
U moet de batterijen vervangen als het displaycontrast vermindert of een batterijsymbool in het display van 
het weerstation of de bodemsensor verschijnt.
   Bij de vervanging van de batterijen gaan alle instellingen verloren, ga in dat geval zoals bij de 
eerste ingebruikname te werk.
Afvoer
a) Algemeen
   Verwijder het product aan het einde van zijn levensduur in overeenstemming met de geldende 
wettelijke bepalingen.
b) Verwijderen van gebruikte batterijen/accu’s
U bent als eindgebruiker volgens de KCA-voorschriften wettelijk verplicht alle lege batterijen/accu’s in te 
leveren; afvoer via huishoudelijk afval is niet toegestaan!
   Batterijen/accu‘s met schadelijke stoffen worden gekenmerkt door het hiernaast afgebeelde 
pictogram, dat op het verbod van afvoeren met gewoon huisvuil duidt. De aanduidingen voor de 
betreffende zware metalen zijn: Cd = cadmium, Hg = kwik, Pb = lood. 
 
 Lege batterijen/accu‘s kunt u gratis inleveren bij de verzamelplaatsen van uw gemeente, onze 
fi lialen of andere verkooppunten van batterijen en accu‘s!
Zo voldoet u aan de wettelijke verplichtingen en draagt u bij aan het beschermen van het milieu!
Verklaring van Conformiteit (DOC)
Hierbij verklaren wij, Conrad Electronic, Klaus-Conrad-Straße 1, D-92240 Hirschau, dat dit product in over-
eenstemming is met de algemene eisen en andere relevante voorschriften van de richtlijn 1999/5/EG. 
  De bij dit product behorende verklaring van conformiteit kunt u vinden op www.conrad.com.
Technische gegevens
a) Weerstation
Stroomtoevoer ....................2 batterijen van het type AA/Mignon
Meetbereik temperatuur .....-50 °C tot +70 °C (resolutie 0,1 °C, tolerantie ±1,5 °C bij 0 tot +50 °C)
Max. sensoraantal ..............5
Afmetingen .........................127 x 102 x 50 mm (b x h x d)
Gewicht ...............................ca. 151 g (excl. batterijen)
b) Bodemsensor
Stroomtoevoer ....................1 batterij van het type CR2450
Meetbereik temperatuur .....-20 °C tot +60 °C (resolutie 0,1 °C, tolerantie ±1,5 °C bij 0 tot +50 °C)
Beschermgraad ..................IP44
Zendfrequentie ...................433 MHz
Zendbereik ..........................Tot 30 m (afhankelijk van de plaats van opstelling)
Meetinterval ........................ca. 15 minuten
Afmetingen .........................44 x 197 x 68 mm (b x h x d)
Gewicht ...............................ca. 49 g (excl. batterij)
  
    Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de fi rma Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, 
D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
 
 Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld 
fotokopie, microverfi lming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen 
de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden.
 
 Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van 
techniek en uitrusting voorbehouden.
 
© Copyright 2012 by Conrad Electronic SE. 
V2_0612_01/AB
•   Stel het huidige weer met de toetsen „+CF“ (10) en „-“ (12) in. Het is daardoor mogelijk dat de weersvoor-
spelling nauwkeuriger werkt, omdat u de huidige luchtdruk en weerstoestand met elkaar kunt verbinden.
•  Beëindig de instelmodus door kort te drukken op de toets “CLOCK” (11).
Sensor laten zoeken
•   Houd de toets „CH“ (1) ca. 3 seconden ingedrukt tot de weergaven voor de bodemsensor in het display 
van het weerstation beginnen te knipperen.
•   Het zoeken van de sensor wordt na enkele minuten automatisch beëndigd (als dit eerder moet eindige, 
houdt u de toets„CH“ (1)  ca. 3 seconden ingedrukt).
•   Terwijl het zoeken van de sensor in het weerstation actief is (weergaven voor de bodemsensor knipperen), 
houdt u de toets „TX C/F“ (16) zo lang ingedrukt (ca. 3 seconden), tot de  LED (17) boven het display van 
de bodemsensor kort knippert. 
   Hierbij wordt een gegevenspakket uitgezonden en het weerstation herkent de bodemsensor (bijbehorend 
kanaalnummer en meetgegevens verschijnen in het display).
   Als er meer dan een bodemsensor wordt gebruikt, moet elke bodemsensor op een eigen kanaal 
worden ingesteld! Er kunnen maximaal 5 bodemsensors worden gebruikt.
Weergave tussen °C en °F omschakelen
Kies de gewenste temperatuureenheid aan het weerstation door kort te drukken op de toets „+CF“ (10). Druk 
kort op de toets „TX C/F“ (16) in het batterijvak van de bodemsensor.
Bodemsensors omschakelen
Als er meer dan een bodemsensor bij het weerstation is aangemeld drukt u meerdere malen kort op de 
toets “CH” (1) om de gewenste bodemsensor en de bijbehorende meetgegevens te kiezen. Het respectieve 
kanaalnummer wordt in het display weergegeven (bijv. “CH1”, “CH2”).
   U kunt ook activeren dat de weergave van de meetwaarden van de bodemsensors automatisch 
worden geactiveerd. Druk daarvoor zo vaak op de toets „CH“ (1), tot onder aan het kanaalnum-
mer het symbool „
“ verschijnt. Voor het deactiveren van deze bedrijfsmodus kiest u eenvou-
dig door kort op de toets „CH“ (1) te drukken een van de aangemelde bodemsensors.
Bij elk kanaal wordt de bodemvochtigheid die de bodemsensor meet als staafdiagram weergegeven. De 
weergave “DRY” staat daarbij voor een droge bodem, “WET” staat voor een vochtige bodem. 
Plaatsing van de bodemsensor
De meetstaaf van de bodemsensor moet zich in de buurt van de wortels van de planten bevinden waar deze 
hun voedingsstoffen of het water kan opnemen. Als u de bodemsensor naast de planten steekt, moet u erop 
letten dat u de meetstaaf niet in de wortels van de planten steekt en ze daardoor beschadigt. Bovendien leidt 
dit tot een verkeerde meting. Steek de bodemsensor nooit met geweld in de bodem resp. in de wortelkluit 
van de plant.
De bewatering van de planten die de bodemsensor bewaakt, is afhankelijk van de plant - sommige planten 
hebben veel water nodig, andere weinig. Ook het seizoen en het weer beïnvloeden de waterbehoefte. Meer 
informatie over uw planten kunt u in de vakliteratuur of in een gespecialiseerde winkel krijgen.
MAX/MIN-waarden aanduiden of terugzetten
•   Druk kort op de toets „MAX/MIN“ (4) om om te schakelen tussen de weergave van de maximumwaarden 
(„MAX“ in het display), de minimumwaarden („MIN“) en de huidige meetwaarden. 
•   Kies eventueel met de toets „CH“ (1) een van de bodemsensors uit waarvan u de maximum/minimum-
waarden wilt afl ezen, zie hierboven.
•   Houd de toets „MAX/MIN“ (4) 3 seconden ingedrukt om het gehugen voor de maximum/minimumwaarden 
te wissen. 
Irrigatie-alarm in-/uitschakelen
Weerstation: Voor het in/uitschakelen van het bewateringsalarm moet u kort drukken op de toets „WATER 
AL“ (2) . Bij een ingeschakeld alarm verschijnt het symbool „
“ links onder aan in het display.
Bij een te droge bodem geeft het weerstation elke minuut een toonsignaal uit, en het symbool „
“ knippert.
  Tussen 21.00 en 09.00 uur wordt geen toonsignaal uitgegeven (nachtrust).
Bodemsensor: Hier kan een eigen bewateringsalarm in- of uitgeschakeld worden. Open daarvoor het bat-
terijvak van de bodemsensor en houd de toets “AL ON/OFF” ca. 3 seconden ingedrukt. 
Bij een ingeschakeld alarm verschijnt het symbool „
“ linksboven in het display van de bodemsensor. 
Bij een te droge bodem geeft de bodemsensor elke minuut een toonsignaal uit, en het symbool „
“ knip-
pert.
Wekfunctie
a) Alarmtijd bekijken
Druk kort op de toets „
“ (5). De actuele alarmtijd wordt weergegeven. Wacht enkele seconden. De kloktijd 
verschijnt weer.
b) Wektijd instellen
•  Druk kort op de toets „
“ (5). De actuele alarmtijd wordt weergegeven. 
•  Houd de toets „
“ (5) 3 seconden ingedrukt. De uren van de alarmtijd knipperen.
•   Stel het uur van de alarmtijd met de toetsen „+CF“ (10) en „-“ (12) in. Voor een snelle instelling dient u de 
betreffende toets langer ingedrukt te houden.
•  Druk kort op de toets „
“ (5), de minuten van de alarmtijd knipperen.
•   Stel de minuten van de alarmtijd met de toetsen „+CF“ (10) en „-“ (12) in. Voor een snelle instelling dient u 
de betreffende toets langer ingedrukt te houden.
•   Druk kort op de toets „
“ (5). Boven aan de tijdweergave knippert nu de alarmmodus. Deze kunt u 
kiezen met de toetsen „+CF“ (10) en „-“ (12).
  Weergave „AL  Z
Z
“:  Wekfunctie met sluimermodus
  Weergave “AL”: 
Wekfunctie zonder sluimermodus
  Geen uitlezing: 
Wekfunctie gedeactiveerd
•  Druk kort op de toets „
“ (5), de instelmodus wordt beëindigd en de kloktijd verschijnt weer.