Xerox 2101 ST Digital Copier/Printer ユーザーガイド
1.3 Aanraakscherm gebruiken
14
Aan de
sla
g
g
me
t
u
w
kopie
e
ra
pp
araa
araa
t
Nr.
Naam
Functie
1
Aanraakscherm
Hierop worden de respectieve toepassingen en de apparaatstatus getoond.
Dit scherm aanraken om de weergegeven toepassingen en instructies te
selecteren.
Dit scherm aanraken om de weergegeven toepassingen en instructies te
selecteren.
“1.3.2 Aanraakscherm”
2
Toets Opdrachtstatus
Indrukken om de opdracht die wordt verwerkt te controleren.
Op het scherm Opdrachtstatus kan, wanneer een opdracht is geselecteerd,
de opdracht tijdelijk worden stopgezet indien deze wordt gescand of worden
verwijderd wanneer deze tijdelijk is stopgezet. Bij het afdrukken van meerdere
opdrachten kunt u een afdrukopdracht voorrang geven boven andere die in
de wachtrij staan. De opdracht met voorrang wordt uitgevoerd nadat de
opdracht die op dat moment bezig is, is voltooid.
Op het scherm Opdrachtstatus kan, wanneer een opdracht is geselecteerd,
de opdracht tijdelijk worden stopgezet indien deze wordt gescand of worden
verwijderd wanneer deze tijdelijk is stopgezet. Bij het afdrukken van meerdere
opdrachten kunt u een afdrukopdracht voorrang geven boven andere die in
de wachtrij staan. De opdracht met voorrang wordt uitgevoerd nadat de
opdracht die op dat moment bezig is, is voltooid.
3
Toets
Systeeminstellingen/
Tellercontrole
Systeeminstellingen/
Tellercontrole
Voor gebruik door de systeembeheerder om de specificaties van de
toepassingen van het kopieerapparaat te definiëren of om de meteraflezing te
controleren.
toepassingen van het kopieerapparaat te definiëren of om de meteraflezing te
controleren.
●
Voor gebruik van de mode Hulpprogramma's en de mode Auditronbeheer
overschakelen naar het bedieningspaneel van het kopieerapparaat. “8.1.1
Mode Systeembeheerder gebruiken” raadplegen voor meer informatie over de
schakelfunctie.
overschakelen naar het bedieningspaneel van het kopieerapparaat. “8.1.1
Mode Systeembeheerder gebruiken” raadplegen voor meer informatie over de
schakelfunctie.
4
Toets
Energiespaarstand
Energiespaarstand
Indrukken om het apparaat in de energiespaarstand te zetten wanneer het
enige tijd niet wordt gebruikt, om zodoende het energieverbruik te
verminderen.
In de energiespaarstand brandt het indicatielampje van de toepassing
Energiespaarstand. Om terug te keren naar de mode Gereed (Kopiëren),
nogmaals de toets indrukken.
enige tijd niet wordt gebruikt, om zodoende het energieverbruik te
verminderen.
In de energiespaarstand brandt het indicatielampje van de toepassing
Energiespaarstand. Om terug te keren naar de mode Gereed (Kopiëren),
nogmaals de toets indrukken.
5
Toets Toegangscode
Indrukken om het scherm Toegangscode invoeren weer te geven indien de
Auditronmode is ingeschakeld. Het gebruik van het apparaat kan worden
beheerd door elke gebruiker een eigen toegangscode te laten invoeren (per
afdeling/gebruiker).
Auditronmode is ingeschakeld. Het gebruik van het apparaat kan worden
beheerd door elke gebruiker een eigen toegangscode te laten invoeren (per
afdeling/gebruiker).
6
Toets Overzicht
Indrukken om de kopieerinstellingen te controleren.
U kunt de status controleren van de instellingen die op het scherm worden
weergegeven.
In de modes Kopiëren, Opslaan in bestand en Kopiëren en opslaan kunnen
kopieerinstellingen worden gecontroleerd voordat de Start-toets wordt
ingedrukt. U kunt ook de kopieerinstellingen van een geselecteerde opdracht
controleren vanuit de lijst in het scherm Opdrachtstatus.
In de mode Bestanden bewerken/afdrukken kunt u de kopieerinstellingen van
het geselecteerde kopieerbestand controleren wanneer dit is opgeslagen.
U kunt de status controleren van de instellingen die op het scherm worden
weergegeven.
In de modes Kopiëren, Opslaan in bestand en Kopiëren en opslaan kunnen
kopieerinstellingen worden gecontroleerd voordat de Start-toets wordt
ingedrukt. U kunt ook de kopieerinstellingen van een geselecteerde opdracht
controleren vanuit de lijst in het scherm Opdrachtstatus.
In de mode Bestanden bewerken/afdrukken kunt u de kopieerinstellingen van
het geselecteerde kopieerbestand controleren wanneer dit is opgeslagen.
7
Toets Alles wissen
Indrukken om alle instellingen te wissen en terug te keren naar het
standaardscherm. Het standaardscherm is het scherm dat wordt
weergegeven wanneer het apparaat wordt ingeschakeld.
standaardscherm. Het standaardscherm is het scherm dat wordt
weergegeven wanneer het apparaat wordt ingeschakeld.
8
Volumeknop
Hieraan draaien om het volume in te stellen van fouttonen die u informeren
over een voltooide opdracht of een apparaatstoring. De knop naar links of
rechts rollen.
over een voltooide opdracht of een apparaatstoring. De knop naar links of
rechts rollen.
●
U kunt de toon ook uitschakelen. Voor meer informatie “Toon instellen”
raadplegen in “8.2 Overzicht mode Hulpprogramma’s”.
raadplegen in “8.2 Overzicht mode Hulpprogramma’s”.
9
Aantaltoetsen
Deze toetsen gebruiken om numerieke waarden in te voeren, zoals het aantal
te kopiëren sets.
te kopiëren sets.
10
C (Wissen)-toets
Indrukken om een onjuiste invoer via de aantaltoetsen te verwijderen of te
corrigeren.
corrigeren.
11
Start-toets
Indrukken om het kopiëren te starten.