Инструкция С Настройками для Brother PE-DESIGN Ver.6

Скачать
Страница из 272
Geavanceerde bewerkingen
Layout & Editing
171
Layout & Editing
Borduurpatronen bewerken
c
“Lijn naaien” op pagina 168, “Gebied 
naaien” op pagina 169 hieronder en 
“Naai-eigenschappen opgeven”.
Naai-eigenschappen opgeven
U kunt diverse naai-eigenschappen voor 
omtreklijnen en gebieden instellen in het 
dialoogvenster Attribuutinstelling naaien.
Werkbalkknop:
1.
Klik op één van de knoppen van de toolbox om 
objecten te tekenen of selecteren.
2.
Klik op 
 in de werkbalk.
→ Het dialoogvenster Attribuutinstelling 
naaien verschijnt.
Beginnersmodus:
Expertmodus:
b
Memo:
• Ook kunt u de menu-opdracht Naaien – 
Eigenschappen instellen.
• Welke naai-instellingen beschikbaar zijn, 
hangt af van het naaitype dat u hebt 
geselecteerd.
3.
Om alleen elementaire naai-eigenschappen 
en eenvoudige instellingen weer te geven klikt 
u op Naar beginnersmodus.
Om alle  naai-eigenschappen en beschikbare 
instellingen voor het geschikte naaitype weer 
te geven klikt u op Naar expertmodus.
b
Memo:
• Instellingen die u niet kunt selecteren in de 
beginnersmodus blijven behouden van de 
vorige instelling in de expertmodus.
• Om het voorbeeldkader te verbergen klikt u 
op Hint verbergen. Om het voorbeeldkader 
weer te geven klikt u op Tonen tip.
Wanneer de knop Hint verbergen is 
weergegeven, wordt het voorbeeldkader 
weergegeven. Hier kunt u een 
steekvoorbeeld bekijken wanneer u de 
aanwijzer op de instelling plaatst. Het 
voorbeeldvenster toont het resultaat van de 
wijzigingen die u hebt aangebracht.
4.
Zo nodig wijzigt u de naai-eigenschappen die 
zijn weergegeven onder Lijnvormig naaien 
of Gebied naaien.
b
Memo:
• In sommige gevallen moet u misschien 
door de instellingen schuiven met de 
schuifbalk of het dialoogvenster vergroten 
(door een van de hoeken te slepen) om 
alle naai-eigenschappen te bekijken.
• Hoe u waarden voor instellingen invoert, 
hangt af van de eigenschap. Als u 
numerieke waarden invoert in de 
expertmodus kunt u op de pijltoetsen 
klikken om waarden te selecteren of de 
waarden rechtstreeks invoeren. In de 
beginnersmodus wijzigt u instellingen met 
de schuifknop. Als 
 verschijnt, klikt u 
op de knop om de standaardinstelling te 
herstellen.
c
Meer bijzonderheden over verschillende 
naai-eigenschappen en instellingen vindt 
u in “Lijnnaai-eigenschappen” op 
pagina 172 en “Naai-eigenschappen 
gebied” op pagina 173.
5.
Klik op de knop Toepassen in het 
dialoogvenster om de nieuwe naai-
eigenschappen toe te passen.
6.
Om het dialoogvenster te sluiten klikt u op 
Sluiten.
a
Opmerking:
Alle instellingen die u opgeeft in het 
dialoogvenster blijven behouden en worden 
toegepast totdat u ze wijzigt. Dit geldt voor 
beide modi.
PeDesignV6NL.book  Page 171  Monday, July 12, 2004  8:32 PM