Инструкция С Настройками для Brother PE-DESIGN Ver.7
255
Speciale lettertypen maken (Font Creator)
3.
Sleep het handvat om de
achtergrondafbeelding het gewenste formaat
te geven.
achtergrondafbeelding het gewenste formaat
te geven.
■
Achtergrondafbeelding
verplaatsen
verplaatsen
1.
Klik op Weergave en vervolgens op Sjabloon
wijzigen.
wijzigen.
→ Achtergrondafbeelding wordt
geselecteerd.
2.
Plaats de aanwijzer op de geselecteerde
achtergrondafbeelding.
achtergrondafbeelding.
→ De aanwijzer verandert in
.
3.
Sleep de achtergrondafbeelding naar de
gewenste plaats.
gewenste plaats.
Rasterinstellingen wijzigen
U kunt de afstand tussen de rasterlijnen in het
werkgebied aanpassen.
werkgebied aanpassen.
1.
Klik op Weergave en vervolgens op Raster
instellen.
instellen.
→ Het dialoogvenster Raster instellen
verschijnt.
2.
Om het raster weer te geven selecteert u het
selectievakje Raster weergeven.
Om het raster te verbergen maakt u de
selectie van het selectievakje Raster
weergeven ongedaan.
selectievakje Raster weergeven.
Om het raster te verbergen maakt u de
selectie van het selectievakje Raster
weergeven ongedaan.
3.
Als u het lettertype in een uniforme dikte wilt
invoeren of verticale en horizontale posities op
elkaar wilt afstemmen, selecteert u het
selectievakje Uitlijnen op raster.
invoeren of verticale en horizontale posities op
elkaar wilt afstemmen, selecteert u het
selectievakje Uitlijnen op raster.
4.
Selecteer de rasterafstand in het kader
Rasterafstand.
Rasterafstand.
Om een rasterafstand te selecteren van 1/15
van de rand van een werkgebied klikt u op
Breed.
van de rand van een werkgebied klikt u op
Breed.
Om een rasterafstand te selecteren van 1/30
van de rand van een werkgebied klikt u op
Gemiddeld.
van de rand van een werkgebied klikt u op
Gemiddeld.
Om een rasterafstand te selecteren van 1/90
van de rand van een werkgebied klikt u op
Smal.
van de rand van een werkgebied klikt u op
Smal.
5.
Om het raster weer te geven als
ononderbroken lijn selecteert u het
selectievakje met assen.
ononderbroken lijn selecteert u het
selectievakje met assen.
6.
Klik op OK om de wijzigingen toe te passen en
het dialoogvenster te sluiten.
het dialoogvenster te sluiten.
b
Memo:
•
is voor het aanpassen van de
breedte.
•
is voor het aanpassen van de hoogte.
•
en
zijn om beide dimensies
tegelijk aan te passen. (De hoogte-
breedteverhouding blijft behouden.)
breedteverhouding blijft behouden.)
• Als u de
toets ingedrukt houdt terwijl
u het handvat sleept, wordt het patroon
vergroot of verkleind vanuit het middelpunt
van het patroon.
vergroot of verkleind vanuit het middelpunt
van het patroon.
b
Memo:
Deze functie is niet beschikbaar als geen
sjabloonafbeelding is geïmporteerd in het
werkgebied.
sjabloonafbeelding is geïmporteerd in het
werkgebied.
b
Memo:
Deze functie is niet beschikbaar als geen
sjabloonafbeelding is geïmporteerd in het
werkgebied.
sjabloonafbeelding is geïmporteerd in het
werkgebied.
Shift
b
Memo:
De aanwijzer verplaatst zich dan over de
afstand ingesteld in Rasterafstand.
De functie Uitlijnen op raster werkt ongeacht
of het raster wel of niet wordt weergegeven.
afstand ingesteld in Rasterafstand.
De functie Uitlijnen op raster werkt ongeacht
of het raster wel of niet wordt weergegeven.
a
Opmerking:
Als het selectievakje Raster weergeven is
geselecteerd en het selectievakje met
assen niet, worden alleen de snijpunten van
het raster weergegeven.
geselecteerd en het selectievakje met
assen niet, worden alleen de snijpunten van
het raster weergegeven.
b
Memo:
Om het dialoogvenster te sluiten zonder de
wijzigingen aan het raster toe te passen klikt u
op Annuleren.
wijzigingen aan het raster toe te passen klikt u
op Annuleren.