Инструкция С Настройками для Brother PE-DESIGN Ver.7
257
Speciale steekpatronen creëren (Programmable Stitch Creator)
→ Als u het huidige werkgebied niet hebt
opgeslagen, verschijnt de vraag of u de
wijzigingen wilt opslaan.
wijzigingen wilt opslaan.
c
“Nieuwe patronen maken” op pagina 258,
“Overschrijven” op pagina 272 en
“Opslaan onder een andere naam” op
pagina 272
“Overschrijven” op pagina 272 en
“Opslaan onder een andere naam” op
pagina 272
Afbeelding openen op de
achtergrond
achtergrond
U kunt een achtergrondbeeldbestand openen om te
gebruiken als leidraad voor het tekenen van een
nieuw vulling/stempel- en motiefsteekpatroon. De
bestandsextensie moet een van de volgende zijn:
Windows BMP (*.bmp), Exif (*.tif, *.jpg), ZSoftPCX
(*.pcx), Windows Meta File (*.wmf), Portable
Network Graphics (*.png), Encapsulated PostScript
(*.eps), Kodak PhotoCD (*.pcd), FlashPix (*.fpx),
JPEG2000 (*.j2k).
gebruiken als leidraad voor het tekenen van een
nieuw vulling/stempel- en motiefsteekpatroon. De
bestandsextensie moet een van de volgende zijn:
Windows BMP (*.bmp), Exif (*.tif, *.jpg), ZSoftPCX
(*.pcx), Windows Meta File (*.wmf), Portable
Network Graphics (*.png), Encapsulated PostScript
(*.eps), Kodak PhotoCD (*.pcd), FlashPix (*.fpx),
JPEG2000 (*.j2k).
1.
Klik op Bestand en vervolgens op Slabloon
openen.
openen.
→ Een dialoogvenster Sjabloonbestand
openen verschijnt dat er ongeveer zo
uitziet.
uitziet.
2.
Selecteer het station, de map en het gewenste
bestand.
bestand.
3.
Klik op Openen om het bestand te openen.
→ De afbeelding vult het werkgebied.
b
Memo:
• Om het werkgebied op te slaan klikt u op Ja.
• Om het werkgebied te annuleren klikt u op
• Om het werkgebied te annuleren klikt u op
Nee.
• Om terug te keren naar het werkgebied,
bijvoorbeeld om het te wijzigen of op te
slaan onder een andere bestandsnaam,
klikt u op Annuleren.
slaan onder een andere bestandsnaam,
klikt u op Annuleren.
b
Memo:
Als er een vinkje in het selectievakje
Voorbeeld staat, verschijnt de inhoud van het
geselecteerde bestand in het vak Voorbeeld.
Voorbeeld staat, verschijnt de inhoud van het
geselecteerde bestand in het vak Voorbeeld.
b
Memo:
• U kunt ook dubbelklikken op de
bestandsnaam om het bestand te openen
en het dialoogvenster te sluiten.
en het dialoogvenster te sluiten.
• Om de bewerking af te sluiten klikt u op
Annuleren.
• Wilt u een afbeelding weergeven,
verbergen, of een vage kopie weergeven
van het origineel dat in het werkgebied
blijft? Klik dan op Weergave en vervolgens
op Sjabloon en klik vervolgens op de
gewenste weergave-instelling.
van het origineel dat in het werkgebied
blijft? Klik dan op Weergave en vervolgens
op Sjabloon en klik vervolgens op de
gewenste weergave-instelling.
• Om de sjabloonafbeelding weer te
geven klikt u op Aan (100%).
• Om een vage kopie van de afbeelding
weer te geven, klikt u op de gewenste
dichtheid (75%, 50% of 25%).
dichtheid (75%, 50% of 25%).
• Om de oorspronkelijke
sjabloonafbeelding te verbergen klikt u
op Uit.
op Uit.
a
Opmerking:
• Van .pcd- en .fpx-bestanden met veel
pagina’s kunt u alleen de eerste pagina
openen. Tiff-bestanden met LZW
compressie kunt u niet openen.
openen. Tiff-bestanden met LZW
compressie kunt u niet openen.
• U kunt slechts één afbeelding toevoegen
aan het werkgebied. Als u probeert een
andere afbeelding weer te geven,
vervangt deze de vorige.
andere afbeelding weer te geven,
vervangt deze de vorige.