Справочник Пользователя для Rc Logger RcLogger LC 10003RC

Модели
10003RC
Скачать
Страница из 6
 
RC Logger LC
Nr. 10003RC
Versie 02/11
bedoeLd gebRuiK 
1. 
Deze datalogger is bedoeld voor het registreren van gegevens en is geschikt voor inbouw in 
modelauto’s en -vliegtuigen. Op het apparaat kunnen tot acht optioneel verkrijgbare modulen 
uit het RC Logger-assortiment worden aangesloten. De door de module gemeten telemetrische 
gegevens  worden  gelijktijdig  naar  de  interne  opslag  van  het  apparaat  overgebracht  en  ze 
kunnen daarna met behulp van de meegeleverde software “RC Logger Viewer” op een computer 
worden geëvalueerd. Het apparaat wordt gevoed via de ontvanger van de modelauto of het 
modelvliegtuig. De interne klok wordt gevoed via een knoopcel van het type CR1220.
In verband met veiligheid en normering (CE) zijn geen aanpassingen en/of wijzigingen aan dit 
product  toegestaan.  Indien  het  product  voor  andere  doeleinden  wordt  gebruikt  dan  hiervoor 
beschreven,  kan  het  product  worden  beschadigd.  Bovendien  kan  bij  verkeerd  gebruik  een 
gevaarlijke situatie ontstaan met als gevolg bijvoorbeeld kortsluiting, brand, elektrische schok 
enzovoort. Lees de gebruiksaanwijzing volledig door en gooi hem niet weg. Het product mag 
alleen samen met de gebruiksaanwijzing aan derden ter beschikking worden gesteld.
LeveRiNgsomvaNg
2. 
RC Logger LC
 
>
USB-kabel (1 m)
 
>
Module-verbindingskabel (20 cm)
 
>
Ontvanger-/activieringskabel (20 cm)
 
>
Software CD
 
>
Gebruiksaanwijzing
 
>
veiLigheidsiNstRuCties
3. 
Lees  de  gebruiksaanwijzing  zorgvuldig  door  en  let  vooral  op  de 
veiligheidsinstructies.  indien  de  veiligheidsinstructies  en  de  aanwijzingen 
voor een juiste bediening in deze gebruiksaanwijzing niet worden opgevolgd, 
kunnen wij niet aansprakelijk worden gesteld voor de daardoor ontstane schade 
aan apparatuur of persoonlijk letsel. bovendien vervalt in dergelijke gevallen 
de garantie.
Personen / Product
Er mogen zich geen apparaten met sterke elektrische of magnetische velden in de directe 
 
>
omgeving  van  de  datalogger  bevinden,  aangezien  deze  de  werking  nadelig  kunnen 
beïnvloeden.
Het apparaat is geen speelgoed. Houd het buiten bereik van kinderen en huisdieren.
 
>
Laat verpakkingsmateriaal niet zomaar rondslingeren. Dit kan gevaarlijk materiaal worden 
 
>
voor spelende kinderen.
Bescherm het product tegen extreme temperaturen, direct zonlicht, sterke schokken, hoge 
 
>
luchtvochtigheid, vocht, ontvlambare gassen, dampen en oplosmiddelen.
Zet het product niet onder mechanische druk.
 
>
Als het niet langer mogelijk is het apparaat veilig te bedienen, stel het dan buiten bedrijf en 
 
>
zorg ervoor dat niemand het per ongeluk kan gebruiken. Veilige bediening kan niet langer 
worden gegarandeerd wanneer het product:
zichtbaar is beschadigd, 
 -
niet langer op juiste wijze werkt, 
 -
tijdens lange periode is opgeslagen onder slechte omstandigheden, of 
 -
onderhevig is geweest aan ernstige vervoergerelateerde druk.
 -
Behandel het apparaat met zorg. Schokken, botsingen of zelfs een val van een beperkte 
 
>
hoogte kan het product beschadigen.
Neem alstublieft ook de veiligheids- en gebruiksaanwijzingen van alle andere apparaten in 
 
>
acht die met het product zijn verbonden.
batterij
Let op de juiste polariteit bij het plaatsen van de batterij.
 
>
De batterij dient uit het apparaat te worden verwijderd wanneer het gedurende langere tijd 
 
>
niet wordt gebruikt om beschadiging door lekkage te voorkomen. Lekkende of beschadigde 
batterijen  kunnen  brandend  zuur  bij  contact  met  de  huid  opleveren.  Gebruik  daarom 
veiligheidshandschoenen om beschadigde batterijen aan te pakken.
Batterijen  moeten  uit  de  buurt  van  kinderen  worden  gehouden.  Laat  batterijen  niet 
 
>
rondslingeren omdat het gevaar bestaat dat kinderen en/of huisdieren ze inslikken.
Batterijen mogen niet worden ontmanteld, kortgesloten of verbrand. Probeer nooit gewone 
 
>
batterijen te herladen. Er bestaat dan explosiegevaar!
diversen
Raadpleeg een expert wanneer u twijfelt over het juiste gebruik, de veiligheid of het aansluiten 
 
>
van het apparaat.
Onderhoud, aanpassingen en reparaties mogen alleen uitgevoerd worden door een expert of 
 
>
in een daartoe bevoegde winkel.
Als u nog vragen hebt die niet door deze gebruiksaanwijzingen zijn beantwoord, neem dan 
 
>
contact op met onze technische dienst of ander technisch personeel.
bedieNiNgseLemeNteN
4. 
1
2
3
4
5
6
7
8
Aansluiting “I/O“
1. 
Aansluiting “Tx/Rx“
2. 
Aansluiting “PWR/T“
3. 
micro USB-poort
4. 
Signaal-LED (groen)
5. 
Power-LED (rood)
6. 
Knop “Trigger”
7. 
Schakelaar „ON/OFF“
8. 
batteRij veRvaNgeN
5. 
Open  de  behuizing  door  de  twee  schroeven  onderop  het  apparaat  met  een 
1. 
kruiskopschroevendraaier los te draaien.
Haal voorzichtig de printplaat uit de behuizing. Houd de printplaat alleen aan de zijkanten 
2. 
vast.
De  batterij  bevindt  zich  aan  de  onderzijde  van  de  printplaat.  Schuif  de  batterij  voorzicht 
3. 
uit de houder en let op dat u geen schakelkringen of andere onderdelen op de printplaat 
aanraakt.  Gebruik  eventueel  een  plat  en  langwerpig  gereedschap  (bijvoorbeeld  een 
schroevendraaier).
Plaats een knoopcel van het type CR1220 in de juiste stand in de houder. De platte kant met 
4. 
de pluspool moet daarbij naar boven (weg van de printplaat) wijzen.
Plaats de printplaat en de knop „Trigger“ weer terug en sluit de behuizing.
5. 
De levensduur van de batterij is ongeveer 1 jaar.
iNsteLLiNgeN
6. 
Met de meegeleverde software kunt u de volgende instellingen uitvoeren:
PWM-vastlegfunctie: Met deze functie kunt u de interval van het impulsbreedtemodulatie-
 
>
signaal en de kanaalbediening (Normal/Reverse) voor de activeringsfunctie vastleggen.
Module-testfunctie:  Met  deze  functie  kunt  u  aan  de  hand  van  de  LED-weergave  van  de 
 
>
datalogger bepalen of alle modulen op de juiste wijze op het apparaat zijn aangesloten.
Interne klok: Stel de juiste tijd in, zodat aan de opgeslagen gegevens automatisch de actuele 
 
>
tijd wordt meegegeven.
Ga hiervoor als volgt te werk:
Controleer of het apparaat is uitgeschakeld.
1. 
Sluit het apparaat via een USB-kabel op een computer aan. Het apparaat wordt als extern 
2. 
station herkend. De groene signaal-LED brandt.
Installeer en start de meegeleverde software „RC Logger Viewer“.
3. 
Voer  de  instellingen  uit.  Gebruik  daarbij  de  instructies  in  de  gebruiksaanwijzing  van  de 
4. 
software.
Ontkoppel  het  apparaat  eerst  via  ‘hardware  veilig  verwijderen’  en  verbreek  daarna  de 
5. 
verbinding via de USB-kabel. 
Zodra  u  het  product  inschakelt,  worden  de  eerder  vastgelegde  instellingen 
overgenomen.
iNbouw / aaNsLuitiNg
7. 
de voeding voor het apparaat vindt plaats via de ontvanger van de modelauto 
of  het  modelvliegtuig.  Let  er  op  dat  de  uitgangsspanning  van  de  ontvanger 
overeenkomt  met  de  ingangsspanning  van  het  apparaat.  anders  kan  het 
apparaat beschadigd raken of niet goed werken. Raadpleeg daarom vóór het 
aansluiten de technische gegevens.
Let op de juiste plaatsing van de stekker als u de ontvanger-/activeringskabel 
op  het  apparaat  aansluit.  door  een  onjuiste  aansluiting  kan  het  apparaat 
beschadigen.
Kies  een  geschikte  plek  in  de  modelauto  of  het  modelvliegtuig.  Let  er  op  dat  alle 
1. 
bedieningselementen van het apparaat vrij liggen en goed bereikbaar zijn. 
Bevestig  het  apparaat,  bijvoorbeeld  met  dubbelzijdig  plakband  en/of  kabelbundelbandjes 
2. 
(beide niet meegeleverd)
Sluit  de  drie-aderige  ontvanger-/activeringskabel  aan  op  de  aansluiting  „PWR/T“  en  de 
3. 
betreffende aansluiting op de ontvanger van de modelauto of het modelvliegtuig.
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van CEI Conrad Electronic International (HK) Limited, 
28th Floor & 2903-9, Pacific Plaza, 418 Des Voeux Road West, Hong Kong.
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld 
fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de 
schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische eisen bij het ter perse gaan. Wijzigingen in techniek en 
uitrusting voorbehouden.
© 2011 by Cei Conrad electronic international (hK) Limited
V2_0211-SB
1 2 3
Pen
functie
Signaalpen
1. 
Overdracht van het activeringssignaal van de ontvanger naar 
het apparaat
„V+“-pen
2. 
Voedingsspanning naar het apparaat vanuit de ontvanger
Massa-pen
3. 
Referentiemassa van de aansluiting
Sluit de vieraderige module-verbindingskabel aan op de aansluiting „I/O“ en de betreffende 
4. 
aansluiting van een optioneel verkrijgbare module uit het RC Logger-assortiment. U kunt 
maximaal acht modulen in serie op het apparaat aansluiten.
Sluit de datalogger indien gewenst via de aansluiting „Tx/Rx“ aan op de als optie verkrijgbare 
5. 
zender uit het RC Logger-assortiment.
RegistRatie staRteN
8. 
maak bij het starten en stoppen van de opnameprocedure niet de kabel tussen 
ontvanger en de activeerschakelaar los en schakel het toestel niet uit voordat de 
Leds doven. anders kunnen de bestanden in het interne geheugen beschadigd 
raken.
Schakel de modelauto of het modelvliegtuig in.
1. 
Schakel de datalogger in door de schakelaar „ON/OFF“ in de stand „ON“ te zetten. Wacht tot 
2. 
beide LED’s oplichten.
Om de registratieprocedure te starten, drukt u op de knop „Trigger“ op het apparaat of op 
3. 
de betreffende knop op de afstandsbediening. Tijdens de registratieprocedure knippert de 
groene signaal-LED langzaam.
Om de registratieprocedure te beëindigen, drukt u op de knop „Trigger“ op het apparaat of op 
4. 
de betreffende knop op de afstandsbediening.
Wacht tot de groene signaal-LED continu brandt.
5. 
Schakel het apparaat uit door de schakelaar „ON/OFF“ in de stand „OFF“ te zetten. 
6. 
gegeveNs iNLeZeN
9. 
Controleer of het apparaat is uitgeschakeld.
1. 
Sluit het apparaat via een USB-kabel op een computer aan. Het apparaat wordt als extern 
2. 
station herkend. De groene signaal-LED brandt. 
Sla de gegevens lokaal op uw computer op.
3. 
Start de meegeleverde software „RC Logger Viewer“.
4. 
Volg de aanwijzingen in de handleiding van de software om de opgeslagen gegevens in te 
5. 
lezen en verder te verwerken.
Ontkoppel  het  apparaat  eerst  via  ‘hardware  veilig  verwijderen’  en  verbreek  daarna  de 
6. 
verbinding via de USB-kabel. 
Alle bestanden worden in een nieuwe map geplaatst. De naam van de map wordt 
automatisch gegenereerd en is samengesteld uit de datum en de begintijd van de 
opname. 
De bestandsnamen worden samengesteld uit de naam van de map en de aanvulling 
„partXXX.lc“, waarbij XXX voor de getallen 001 tot 300 staat. 
In  elk  bestand  worden  bestanden  opgeslagen  voor  een  periode  tot  max.  60 
seconden.
Als  tijdens  een  opnameprocedure  meer  dan  300  bestanden  worden  gegenereerd, 
worden deze in een nieuwe map opgeslagen.
fiRmwaRe-uPdate
10. 
maak  tijdens  de  update-procedure  niet  de  verbinding  met  de  computer  los. 
anders  kunnen  de  bestanden  in  het  interne  geheugen  beschadigd  raken  en 
moet de update-procedure volledig herhaald worden.
Als de firmware wordt aangepast, is deze verkrijgbaar op „www.rclogger.com“. Download het 
1. 
firmware-bestand.
Controleer of de datalogger is uitgeschakeld.
2. 
Houd de knop “Trigger“ op het apparaat ingedrukt.
3. 
Sluit het apparaat via een USB-kabel op een computer aan. Het apparaat wordt als extern 
4. 
station herkend. 
Laat de knop „Trigger“ weer los.
5. 
Verwijder het bestand “firmware.bin“.
6. 
Sla  het  nieuwe  firmware-bestand  op  in  dezelfde  map  waaruit  u  het  oude  bestand  hebt 
7. 
verwijderd.
Ontkoppel  het  apparaat  eerst  via  ‘hardware  veilig  verwijderen’  en  verbreek  daarna  de 
8. 
verbinding via de USB-kabel. 
beteKeNis vaN de Led-iNdiCatie
11. 
als  beide  Led’s  tegelijkertijd  snel  knipperen,  komt  de  instelling  van  de 
testfunctie van de module niet overeen met de op het apparaat aangesloten 
modulen. Controleer of de modulen op het apparaat zijn aangesloten die eerder 
bij de module-testfunctie zijn geselecteerd.
Led
status
betekenis
Power-LED (rood)
Uit
Het apparaat is uitgeschakeld.
Brandt
Het apparaat is ingeschakeld.
Signaal-LED (groen)
Uit
Geen module op het apparaat aangesloten.
Knippert langzaam  Het apparaat legt gegevens vast.
Knippert snel 
Firmware-update
Het interne geheugen is vol.
Brandt
Het  apparaat  is  via  USB  met  een  computer 
verbonden.
De datalogger is gereed voor het vastleggen van 
gegevens.
stoRiNgZoeKeN
12. 
Als bestanden in het interne geheugen beschadigd zijn, blijkt dat uit het volgende:
Er  worden  geen  bestanden  weergegeven  (behalve  het  bestand  „ConfigLC.cfg“),  maar 
 
>
aangegeven wordt dat meer dan 1 KB ruimte gevuld is.
Er  worden  geen  bestanden  weergegeven,  maar  volgens  de  LED-status  is  het  geheugen 
 
>
geheel gevuld.
Formatteer in dat geval het geheugen via uw besturingssysteem.
veRwijdeRiNg
13. 
algemeen
In het belang van het behoud, de bescherming en de verbetering van de kwaliteit van 
het milieu, de bescherming van de gezondheid van de mens en een behoedzaam 
en  rationeel  gebruik  van  natuurlijke  hulpbronnen  dient  de  gebruiker  een  niet  te 
repareren  of  afgedankt  product  in  te  leveren  bij  de  desbetreffende  inzamelpunten 
overeenkomstig de wettelijke voorschriften.
Het symbool met de doorgekruiste afvalbak geeft aan dat dit product gescheiden van 
het gewone huishoudelijke afval moet worden ingeleverd.
batterijen / accu’s
U bent als eindgebruiker volgens de KCA-voorschriften wettelijk verplicht alle lege 
(oplaadbare) batterijen en accu’s in te leveren; verwijdering via het huisvuil is niet 
toegestaan! Batterijen/accu’s die schadelijke stoffen bevatten worden gekenmerkt 
door de hiernaast vermelde symbolen, die erop wijzen dat deze niet via het huisvuil 
verwijderd mogen worden. De aanduidingen voor de bepalende zware metalen zijn: 
Cd=cadmium, hg=kwik, Pb=lood.
Uw  gebruikte  batterijen/accu’s  kunt  u  kosteloos  inleveren  bij  de  verzamelpunten 
van uw gemeente, bij al onze vestigingen en overal waar batterijen/accu’s worden 
verkocht!
Zo vervult u uw wettelijke verplichtingen en draagt u bij tot de bescherming van het milieu!
teChNisChe gegeveNs
14. 
algemeen
Systeemeisen:
Microsoft® Windows 2000 / XP / 7
Microsoft® Windows Vista™
Bedrijfsspanning:
4,8 – 6 V/DC
Stroomopname:
max. 150 mA (zonder additionele module)
max. 750 mA (met additionele module)
Uitgangsspanning:
3,6 – 6 V/DC
Uitgangsstroom:
max. 600 mA
USB-aansluiting:
micro USB
Interne opslag:
4 MB
Bedrijfstemperatuur:
-10 tot +60 ºC
Opslagtemperatuur:
-20 tot +60 ºC
Afmetingen (B x H x D):
52 x 15 x 33 mm
Gewicht:
16,5 g
interne batterij
Type:
CR1220
Nominale spanning:
3 V/DC
Nominale capaciteit:
38 mAh