Cisco Cisco Agent Desktop 8.5 用户指南
Gebruikershandleiding Cisco Supervisor Desktop
16
November 2010
9. Als u toegang wilt hebben tot de Unified Presence-server, schakelt
u het selectievakje Cisco Unified Presence in.
10. Klik op OK om uw configuratie op te slaan.
Agentstructuur
In de agentstructuur worden alle agenten en supervisors van het geselecteerde
team die momenteel zijn aangemeld, en alle gesprekken (ACD of niet-ACD) die
zij voeren, weergegeven.
team die momenteel zijn aangemeld, en alle gesprekken (ACD of niet-ACD) die
zij voeren, weergegeven.
■
Met het pictogram naast de naam van de agent wordt de huidige status
van de agent aangegeven.
van de agent aangegeven.
■
Als meerdere lijnen voor een agent-apparaat mogelijk zijn, verschijnt een
asterisk naast een inkomend of uitgaand gesprek om aan te geven dat
het gesprek op een ACD-lijn verloopt.
asterisk naast een inkomend of uitgaand gesprek om aan te geven dat
het gesprek op een ACD-lijn verloopt.
OPMERKING: CAD-BE-agenten kunnen CAD-BE afsluiten zonder zich
af te melden. Als dat gebeurt, worden ze nog ongeveer een minuut
weergegeven in de agentstructuur. Als deze agenten bij het afsluiten
van CAD-BE een andere status hadden dan Gesprek, worden ze na
een minuut automatisch door het systeem afgemeld. Als ze in de
status Gesprek waren, worden ze niet afgemeld maar blijven ze
zichtbaar in de agentstructuur.
af te melden. Als dat gebeurt, worden ze nog ongeveer een minuut
weergegeven in de agentstructuur. Als deze agenten bij het afsluiten
van CAD-BE een andere status hadden dan Gesprek, worden ze na
een minuut automatisch door het systeem afgemeld. Als ze in de
status Gesprek waren, worden ze niet afgemeld maar blijven ze
zichtbaar in de agentstructuur.
Agentnamen in de agentstructuur opmaken
In het venster Voorkeuren kunt u ook bepalen hoe de agentnamen worden
weergegeven in de agentstructuur.
weergegeven in de agentstructuur.
Een agent kan worden geïdentificeerd aan de hand van één of elk van de
volgende opties:
volgende opties:
■
Naam
■
Toestel
■
De toepassing die de agent gebruikt (CAD, CAD-BE of IPPA)
■
Het type agent (mobiel)
Ten minste één van deze opties moet worden geselecteerd om een agent in
de agentstructuur te identificeren.
de agentstructuur te identificeren.
Als alle opties zijn geselecteerd, ziet de informatie in de agentstructuur er als volgt uit:
Janet Smit x1500 CAD-BE
Jan Janssen x1000 CAD 6125551234 (Mobiel)
Jan Janssen x1000 CAD 6125551234 (Mobiel)