Xerox SmartSend Support & Software Installation Guide
4-22
Site-configuratie
Apparaateigenschappen configureren
Wanneer de optie Configureer dit apparaat handmatig is geselecteerd, wijzigen de opties op deze pagina
om aan de vereisten van het proces voor handmatige apparaatconfiguratie te voldoen. Dit proces vereist
aanpassing van de volgende apparaateigenschappen:
om aan de vereisten van het proces voor handmatige apparaatconfiguratie te voldoen. Dit proces vereist
aanpassing van de volgende apparaateigenschappen:
Gegevensoverdrachtinstellingen—hiermee kunt u het protocol kiezen dat wordt gebruikt om gegevens
tussen het apparaat en de SMARTsend-computer over te dragen. De protocolinstellingen op het apparaat
en de SMARTsend-computer moeten consistent en compatibel zijn. Zie Gegevensoverdrachtprocollen op
pagina 4-18 voor meer informatie.
tussen het apparaat en de SMARTsend-computer over te dragen. De protocolinstellingen op het apparaat
en de SMARTsend-computer moeten consistent en compatibel zijn. Zie Gegevensoverdrachtprocollen op
pagina 4-18 voor meer informatie.
Mogelijkheden van het apparaat (beperkt/volledig)—hiermee kunt u de scanmogelijkheden van het
Xerox-apparaat kiezen dat u wilt configureren. Kies de optie die met de scanmogelijkheden overeenkomen
die door uw Xerox-apparaat worden geboden. Deze mogelijkheden worden in de volgende tabel
weergegeven:
Xerox-apparaat kiezen dat u wilt configureren. Kies de optie die met de scanmogelijkheden overeenkomen
die door uw Xerox-apparaat worden geboden. Deze mogelijkheden worden in de volgende tabel
weergegeven:
SMARTsend-apparaataccount toewijzen—hiermee kunt u de netwerkaccount definiëren die het apparaat
zal gebruiken om met de SMARTsend-computer te communiceren. Wanneer u een of meerdere apparaten
handmatig configureert, moet u een aparte apparaataccount op de SMARTsend-computer maken en hier de
gebruikersnaam invoeren. Zie Beheerders-, gebruikers- en apparaataccounts maken op pagina 2-13 voor
aanvullende informatie. Als u de toegangscode van de account voor de toegewezen SMARTsend-account
wijzigt, moet u naar deze pagina terugkeren en op de toets Configuratie-instructies bekijken klikken om de
accountlegitimeringen voor het apparaat bij te werken.
zal gebruiken om met de SMARTsend-computer te communiceren. Wanneer u een of meerdere apparaten
handmatig configureert, moet u een aparte apparaataccount op de SMARTsend-computer maken en hier de
gebruikersnaam invoeren. Zie Beheerders-, gebruikers- en apparaataccounts maken op pagina 2-13 voor
aanvullende informatie. Als u de toegangscode van de account voor de toegewezen SMARTsend-account
wijzigt, moet u naar deze pagina terugkeren en op de toets Configuratie-instructies bekijken klikken om de
accountlegitimeringen voor het apparaat bij te werken.
Kenmerken scannen
Beperkt
Volledig
Limiet voor lengte sjabloonnaam
11 tekens
20 tekens
Ondersteuning voor verificatie
Niet ondersteund
Ondersteund
Ondersteuning voor PDF-opslag
Niet ondersteund
Ondersteund
Tabel 4-3: Instellingen van apparaatmogelijkheden voor handmatige configuraties
O
PMERKING
:
Raadpleeg de documentatie die bij uw Xerox-systeem wordt geleverd om te bepalen
of deze scankenmerken worden ondersteund. Als de instellingen van de apparaatmogelijkheden in
SMARTsend niet overeenkomen met de mogelijkheden van het apparaat, kan SMARTsend het publiceren
van werkstromen niet goed met de juiste kenmerken beperken of toestaan.
SMARTsend niet overeenkomen met de mogelijkheden van het apparaat, kan SMARTsend het publiceren
van werkstromen niet goed met de juiste kenmerken beperken of toestaan.