Reely ET BRUSHLESS-REGLER DT-5 (517987) H0026 ユーザーズマニュアル

製品コード
H0026
ページ / 12
Borstelloze controller
Bestelnr. 808623
Bedoeld gebruik
De elektronische snelheidscontroller is geschikt voor variabele snelheidscontrole van borstelloze 
motoren zonder sensor (niet bijgeleverd met de snelheidscontroller). Hij wordt aangesloten op de 
uitgang van de ontvanger bij modelvoertuigen voor de aandrijffunctie.
In verband met veiligheid en normering (CE) zijn geen aanpassingen en/of wijzigingen aan dit product 
toegestaan. Indien het product voor andere doeleinden wordt gebruikt dan hiervoor beschreven, 
kan het product worden beschadigd. Bovendien kan bij verkeerd gebruik een gevaarlijke situatie 
ontstaan met als gevolg bijvoorbeeld kortsluiting, brand, elektrische schok enzovoort. Lees de 
gebruiksaanwijzing volledig door en gooi hem niet weg. Het product mag alleen samen met de 
gebruiksaanwijzing aan derden ter beschikking worden gesteld.
Het product voldoet aan de nationale en Europese wettelijke voorschriften. Alle vermelde bedrijfs- en 
productnamen zijn handelsmerken van de respectievelijke eigenaren. Alle rechten voorbehouden.
Leveringsomvang
•  Borstelloze controller
•  Gebruiksaanwijzing
Verklaring van pictogrammen
Het symbool met het uitroepteken wijst op bijzondere gevaren bij de hantering, gebruik en 
bediening.
Het “pijl”-pictogram staat voor speciale tips en bedieningsaanwijzingen.
Veiligheidsvoorschriften
Lees zorgvuldig de instructies voor de bediening en let in het bijzonder goed op de 
veiligheidsvoorschriften. Als u de veiligheidsvoorschriften en informatie over het 
beoogde gebruik van deze instructies voor de bediening niet navolgt dan zijn wij niet 
aansprakelijk voor eender welke vorm van lichamelijke of materiële schade die 
daarvan het gevolg is. In deze gevallen is de waarborg of garantie ongeldig.
•  Het apparaat is geen speelgoed. Houd het buiten bereik van kinderen en huisdieren.
•  De snelheidscontroller mag niet worden blootgesteld aan vochtigheid of nat worden. Hierdoor gaat 
hij kapot.
•  Zet altijd de zender aan en stel de bedieningshendel in de neutrale positie voor rijden/remmen. 
Uitsluitend in dat geval kan de snelheidscontroller worden aangesloten op een batterijpak. Alvorens 
de zender wordt uitgezet, moet de snelheidscontroller worden uitgeschakeld en losgekoppeld van 
de batterij.
•  Als u hem niet nodig hebt altijd de batterij van de snelheidscontroller loskoppelen. Tijdens korte 
pauzes kan de snelheidscontroller worden uitgeschakeld met de stroomschakelaar.
•  Het rendement van het gebruik is afhankelijk van de toepassing (gewone weg of off-road) en 
het wegoppervlak (tarmac, zand, gras). Volg exact de technische gegevens van deze instructies 
voor de bediening. Het niet navolgen van de grenswaarden kan schade aan de motor en/of de 
snelheidscontroller tot gevolg hebben. Garantie/waarborg worden ongeldig.
•  De snelheidscontroller, de eraan gekoppelde motor en het batterijpak worden bij het gebruik zeer 
heet. Risico op brandwonden!
•  Let bij het hanteren van de voertuigen op dat lichaamsdelen of voorwerpen nooit binnen de 
gevaarlijke zone van bewegende onderdelen komen. Risico op verwonding!
•  De snelheidscontroller uitsluitend gebruiken met een batterijpak, nooit via een netstroomvoeding.
•  Sluit slechts één enkele borstelloze motor aan op de snelheidscontroller.
•  De borstelloze snelheidscontroller is niet geschikt voor het werken met conventionele elektrische 
motoren met twee aansluitingen! De snelheidscontroller is uitsluitend geschikt voor het werken met 
een borstelloze motor zonder sensor.
•  Hou tijdens het installeren de grootst mogelijke afstand aan tussen de snelheidscontroller en 
de ontvanger of de motor zodat wederzijdse interferentie wordt vermeden. Leg de kabel van de 
snelheidscontroller niet vlakbij de antennekabel van de ontvanger. 
•  Zorg ervoor dat de snelheidscontroller voldoende koeling krijgt als hij in gebruik is. Het koelelement 
en de ventilator van de snelheidscontroller nooit afdekken.
•  Controleer bij het opstarten elke keer de functie van de ventilator. De ventilator niet blokkeren. 
Verwijder vuil en stof dat zich heeft opgehoopt bij de ventilator, bijv. tijdens het rijden met de auto.
•  Vermijd blokkeren van de aandrijving. Mogelijke hierdoor opgewekte stroom zou de motor en/of de 
snelheidscontroller kunnen beschadigen.
•  Zorg ervoor dat de aandrijving regelmatig wordt onderhouden en vlot werkt.
•  Controleer de auto, de snelheidscontroller en motor regelmatig op beschadigingen. Als u eventuele 
schade detecteert, gebruik dan nooit de auto of de snelheidscontroller.
•  Ontkoppel het batterijpak van de snelheidscontroller voordat u de batterij oplaadt.
•  Gooi het verpakkingsmateriaal niet achteloos weg. Het kan gevaar inhouden voor kinderen.
•  Bescherm het product tegen extreme temperaturen, direct zonlicht, hevige schokken, hoge 
vochtigheid, vocht, brandbare gassen, dampen en oplosmiddelen.
•  Stel het product niet bloot aan mechanische belasting.
•  Als u het product niet meer veilig kunt laten werken, stop dan met het gebruik ervan en voorkom 
dat het onopzettelijk wordt gebruikt. De veilige werking is niet meer gewaarborgd als het product:
 - zichtbare beschadiging vertoont,
 - niet meer behoorlijk werkt,
 - lange tijd in een ongunstige omgeving werd opgeslagen of
 - werd blootgesteld aan aanzienlijke belasting door vervoer.
•  Behandel het product met de nodige voorzichtigheid. Het kan door botsen, schokken of vallen 
vanaf geringe hoogte schade oplopen.
•  Let ook goed op de veiligheidsvoorschriften en de instructies voor gebruik van de andere apparaten 
die met het product verbonden zijn.
•  Neem contact op met een specialist als u twijfelt over de werking, veiligheid of de aansluiting van 
het product.
•  Laat uitsluitend specialisten of een gespecialiseerde werkplaats onderhoud, afregeling of reparaties 
uitvoeren.
•  Als u nog vragen hebt die niet door deze instructies voor gebruik werden beantwoord, neem dan 
contact op met onze technische serviceafdeling of andere specialisten.
Aansluitingen en bediening
1
2
8
3 4
5
6
7
1  T-plug voor aansluiten van de batterij voor de aandrijving.
2  Ventilator
3  Set-up knop
4  Aan/uit schakelaar
5  Servoplug voor aansluiten naar de ontvanger
6  Verbindingskabel naar de motor
7  Ingang condensator
8  Ventilatorkabel met 2-polige stekker
Assemblage en aansluiting
•  Verbind de snelheidscontroller met de auto. Gebruik hiervoor dubbelzijdige kleefband of een stuk 
klittenband (velcro). De snelheidscontroller moet zo ver mogelijk van de ontvanger en de motor van 
de auto worden geïnstalleerd.
•  Verbind de drie motorkabels (6) van de snelheidscontroller met de motoraansluiting. Verbind de 
motorverbindingskabels met dezelfde kleur met elkaar. Als later blijkt dat de draairichting van de 
motor verkeerd is (afhankelijk van de transmissie van de auto) kunt u gewoon twee van de drie 
terminals omwisselen. De motor draait dan in de tegenovergestelde richting.
•  Controleer of de montageschroeven van de ventilator (2) goed zijn vastgedraaid. Controleer dit 
regelmatig na gebruik van de auto.
•  Verbind de aan/uit schakelaar (4) met de geïntegreerde set-up knop (3) zodat u hem gemakkelijk 
kunt gebruiken. Gebruik hiervoor dubbelzijdige kleefband of een stuk klittenband (velcro).
•  Zorg ervoor dat de kabels zodanig gelegd zijn dat ze niet in bewegende delen van de auto kunnen 
terechtkomen. Maak de kabels vast met kabelbinders.
•  Verbind de 3-polige servoplug (5) van de snelheidscontroller met de uitgang van de ontvanger die 
de  besturingssignalen voor rijden en remmen levert. Zorg ervoor, terwijl u dit doet, dat de contacten 
van de plug goed overeenstemmen met die van de ontvanger (raadpleeg de gebruikershandleiding 
van de ontvanger of de opdruk van de ontvanger)
Geel/wit/oranje kabel:   
Besturingssignaal
Rode kabel:  
 
Voedingsspanning
Bruin/zwarte kabel:  
 
Negatieve pool/aarding
Versie 01/14
Gebruiksaanwijzing
www.conrad.com