Panasonic DP1520 Operating Guide

47

■

■

■

■

■ Algemene instellingen (voor de beheerder) (vervolg)

08

09

10

11

12

13

17

20

21

22

23

24

SPEC LADE 2

TTS/AANR TOON

BYP PIEPTOON INST

TN ORIG INST ADF

PAPIER OP ROTATIE

MODUS AFD TELLER

DTM & TIJD

IP ADDRESS (DHCP)∗

1,

∗

2

SUBNET MASK(DHCP)∗

1,

∗

2

DEF.G/W IP (DHCP)∗

1,

∗

2

DHCP STAND.INST.∗

3

MAC ADRES

IP-ADR DNS-SERVER∗

2

Voor keuze van de papierlade voor het invoeren
van speciaal papier.
1:GEEN / 2:LADE-1 / 3:LADE-2 / 4:LADE-3 /
5:LADE-4 / 6:BYPASS
(Alleen beschikbaar wanneer de optionele
LADE-2 en 3/4 zijn geïnstalleerd. Zie pagina 59)

Voor keuze van de toetstoon voor het aanraakpaneel.
1:ONGELDG / 2:ZACHT / 3:HARD

Kiest voor wel of geen pieptoon wanneer er
papier in de enkelvel-invoer wordt gelegd.
1:ONGELDG / 2:AAN

Kiest voor wel of geen pieptoon wanneer er
papier in de ADF documentinvoer wordt gelegd.
1:UIT / 2:AAN

Het apparaat zal het beeld automatisch zo roteren
dat het past bij de oriëntatie van het papier in een
andere lade en doorgaan met afdrukken wanneer
de gekozen lade geheel leeg is.
1:UIT / 2:AAN

Voor bijhouden van het kopieergebruik voor
elke afdeling.
1:TELLER TOTAAL
2:DEPT. TELLER
3:AFDELING LIJST

Stel de datum en tijd in.
(Dag, Maand, Jaar, Tijd)
Voer de datum en tijd in met de op/neer/links/
rechts-toetsen en de cijfertoetsen.

Toont het IP-adres dat is gereserveerd door de
DHCP-server.

Toont het subnet-masker adres dat is
gereserveerd door de DHCP-server.

Toont het Gateway IP-adres dat is gereserveerd
door de DHCP server.

Voor wel of niet beschikbaar maken van de DHCP.
1:ONGELDG / 2:AAN

Voor wel of niet beschikbaar maken van de
DNS Server en voor het maken van de
instellingen voor de Internet-fax/e-mailfunctie.
1:ONGELDG
2:AAN

<Sub-functie>

1:HOST-NAAM / 2:DOMEIN NAAM /
3:IP-ADR DNS-SERVER (IP-ADRES1) /
4:IP 2E DNS SERVER (IP-ADRES2)

Geeft het MAC adres aan

1:GEEN

2:ZACHT

1:ONGELDG

2:AAN

1:UIT

Raadpleeg uw
bevoegde
onderhoudsdienst

2:AAN

2:AAN

<Wordt vervolgd>

∗1 Voor het instellen van andere dan DHCP server netwerkinstellingen moet parameter nr. 22 “DHCP STAND.INST”

(UITGANGSSTAND) eerst op  “ONGELDG” (INACTIEF) zijn gezet en moeten vervolgens de parametrs 19 tot 21 zijn ingesteld.

∗2 Als de parameters 19 tot 23 (behalve 22) en 28 tot en met 31 zijn ingesteld, kunt u het apparaat aan en uit schakelen

door de stroomschakelaar aan de linkerkant van het appparaat AAN en UIT te zetten.

∗3 Wanneer u geen verbinding maakt met een LAN netwerk, moet de DHCP instelling in de UIT stand staan. Wanneer

de DHCP instelling AAN staat en het apparaat in de uitschakelstand staat, zullen er geen inkomende faxberichten
worden geaccepteerd.

19