Cisco Cisco Agent Desktop 8.5 Guia Do Utilizador

Página de 82
Gebruikershandleiding Cisco Agent Desktop
52
November 2010
Chatfunctie gebruiken
Met de chatfunctie kunt u expresberichten naar uw teamleden en supervisors sturen. 
En als u een Cisco Unified Presence-server gebruikt, kunt u mogelijk expresberichten 
sturen naar niet-agenten die Unified Presence Client gebruiken.
OPMERKING: U kunt niet chatten met agenten die zijn aangemeld 
bij Cisco Agent Desktop—browsereditie (CAD-BE). 
OPMERKING: Als uw werkbalk geen knop voor chatten bevat, heeft de 
beheerder Agent Desktop zo geconfigureerd dat u geen chatsessie 
kunt starten. U kunt nog wel reageren op inkomende chatberichten.
OPMERKING: Als u tijdens een chatsessie bent afgemeld, gaat uw 
kopie van het chatlogboek verloren, wordt het huidige chatvenster 
gesloten en wordt er een nieuw chatvenster geopend zodat u verder 
kunt communiceren. Het volledige chatlogboek is nog steeds 
aanwezig in het chatvenster van de andere partij.
Enkele voorbeelden van chatfuncties:
Een chatsessie speelt zich af tussen u en één andere partij.
U kunt gelijktijdig aan meerdere chatsessies deelnemen.
De naam van de persoon waarmee u chat, wordt weergegeven in de 
titelbalk van het chatvenster.
Als u een chatbericht een hoge prioriteit geeft, wordt het chatvenster 
als pop-up op het scherm van de ontvanger weergegeven zodat deze 
het bericht direct opmerkt. 
Als een chatbericht normale prioriteit heeft (standaard), wordt de 
weergavestatus van het chatvenster (open of geminimaliseerd) niet gewijzigd 
en knippert het bijbehorende pictogram op uw Windows-taakbalk.
Er is een logboek van de chatberichten tussen u en uw chatpartner 
beschikbaar zo lang het chatvenster is geopend. Het logbestand wordt niet 
bewaard wanneer u het chatvenster sluit.
De chatgeschiedenis is in chronologische volgorde ingedeeld, met het oudste 
bericht boven aan in het logboekvenster.
U kunt zelfs chatberichten verzenden en ontvangen als u bent afgemeld 
bij de ACD, zo lang Agent Desktop maar geopend is.